Geen objecten gevonden

Nieuwsbericht

'Leegstand studentenkamers regelrechte onzin'

30-09-2014

Het aantal studenten dat op kamers woont was nog nooit zo groot als nu.

De spanning op de markt voor studentenkamers is in veel steden nog steeds fors. Zo telt Amsterdam alleen al 9.000 studenten zonder kamer. Een mogelijk effect van het leenstelsel kan zijn dat studenten later of minder op kamers gaan. Kences liet dit onderzoeken door ABF. De exacte uitkomsten worden gepresenteerd op 1 oktober tijdens het Landelijk Congres Studentenhuisvesting. Nu is al bekend dat het aantal uitwonende studenten hooguit daalt met 13.000 in 8 jaar tijd. In perspectief: dat is een daling van 6%. En dat staat in schril contrast met percentages van 50% die momenteel in de media worden genoemd. Jan Benschop, directeur van studentenhuisvester DUWO noemt signalen over mogelijke leegstand van studentenkamers ‘regelrechte onzin’. Daarmee doelt Benschop op een publicatie van ING, waarin overdreven conclusies worden getrokken.

Effect leenstelsel niet extreem
Een klein deel van de studenten blijft mogelijk langer thuis wonen als het leenstelsel wordt ingevoerd. Daardoor daalt het aantal uitwonende studenten in de komende acht jaar mogelijk met 13.000. In diezelfde periode stijgt het aantal studenten met 50.000. De groep thuiswoners groeit hierdoor van 42% naar 47%. Dat is één van de scenario’s uit de nieuwste monitor studentenhuisvesting van brancheorganisatie Kences. Als het leenstelsel geen enkel effect heeft op het woongedrag van studenten, neemt het aantal kamerbewoners juist toe met 19.000. Het is daarom van groot belang om jaarlijks de ontwikkelingen in vraag en aanbod te monitoren. De uitkomsten van de monitor zijn vanaf 1 oktober te vinden op de website www.wonenalsstudent.nl.

Kamernood stabiel, maar nog niet verdwenen
Vorig jaar wist Kences te melden dat het einde van de kamernood binnen een paar jaar in zicht is. Nu blijkt uit onderzoek onder ruim 40.000 studenten dat de spanning op de kamermarkt het afgelopen jaar licht gedaald is. En dat terwijl er nog nooit zoveel studenten waren als dit jaar, waardoor het aantal uitwonenden met 9% is toegenomen. Het aanbod aan studentenwoonruimte is dus flink gegroeid. Een topprestatie van studentenhuisvesters. Maar de kamernood nog niet verleden tijd. Nog steeds staan duizenden studenten in de rij om op kamers te gaan. Met name in Utrecht, Amsterdam, Nijmegen en Leiden is de vraag groter dan het aanbod:

Utrecht: 9,5% zoekt een kamer (5.700 studenten)
Amsterdam: 8,3% zoekt een kamer (9.000 studenten)
Nijmegen: 7,2% zoekt een kamer (2.600 studenten)
Leiden: 5,9% zoekt een kamer (1.600 studenten)

Betaalbaar wonen belangrijk voor studenten
Studenten liggen krom voor hun kamer. Dat is het beeld dat je krijgt als je de zogeheten ‘woonquotes’ bestudeert. Studenten die op kamers wonen met gedeelde voorzieningen, geven gemiddeld 44% van hun inkomen uit aan wonen. Voor kamers met eigen voorzieningen betalen studenten nog meer, namelijk 51%. Studenten die een zelfstandige huurwoning huren, geven zelfs meer dan 60% van hun inkomen uit aan wonen. Met het wegvallen van de basisbeurs zal volgens Kences de woonwens van studenten meer verschuiven naar betaalbare kamers.

Deel deze pagina