De studentencomplexen en -huizen bij DUWO hebben verschillende soorten verwarmingsinstallaties. In kleinere complexen zijn vaak individuele installaties te vinden, maar veel van onze grote studentencomplexen worden verwarmd met een collectieve installatie. Juist daarover komen vaak vragen binnen, vooral in overgangsperiodes als de herfst en de lente. ‘Doet-ie het wel?’ ‘Het is te koud’. ‘Het is te warm’. Hier willen we inzicht in de werking van een collectieve installatie en onze uitdagingen voor duurzaamheid geven.
Vroeger – voor we een grootschalige energietransitie voor de boeg hadden – was het simpel: bij een individuele installatie draaide je de knop omhoog en het was binnen de kortste keren warm. En de grote collectieve verwarmingen werden in de winter eenvoudig in één keer aangezet (snel warm) en in de zomer uit. Met dat alles werden enorme hoeveelheden energie verbruikt (gas of elektriciteit).
Duurzaamheid en verduurzaming
DUWO voert een beleid van duurzaamheid en verduurzaming. Dat betekent dat we bezig zijn met een groot programma om onze studentencomplexen te verduurzamen, dat we duurzaam gedrag bij huurders proberen te bevorderen én dat we onze installaties energiezuiniger maken en/of afstellen. Ook die voor de verwarming. Zo stellen we de ketels van de collectieve installaties tegenwoordig in etappes en weersafhankelijk in, waardoor het verwarmingssysteem aansluit bij de buitentemperatuur.
Ook studentenflat moet aan het weer wennen
De instelling gaat daarom geleidelijk. Hoe kouder of warmer het in herfst of lente wordt, hoe hoger of hoe lager de temperatuur van het water in de leidingen wordt afgesteld. In het algemeen begint dat in de herfst met 40 graden bij een buitentemperatuur van 15℃ en eindigt dat met 70℃ bij een buitentemperatuur van 0℃. In de lente gebeurt dat andersom. Om zo zuinig mogelijk met energie om te gaan, wordt de aanvoertemperatuur in stappen van 5℃ verhoogd of verlaagd. Behalve van de buitentemperatuur is de precieze instelling afhankelijk van het soort gebouw. Als de watertemperatuur aan de buitentemperatuur is aangepast, moet een studentencomplex aan de nieuwe situatie wennen en eerst even opwarmen of afkoelen. Dat betekent dat het gebouw bij de start van de aanpassing van de installatie niet onmiddellijk superwarm of superkoel is. Het duurt even.
Winterjas, zomerjack
Vooral in de overgangsperioden, bij wisselend weer, is een perfecte energiezuinige instelling van de collectieve installatie maatwerk. Vergelijk het met je eigen aanpassingen in kleding bij wisselende buitentemperaturen: toch nog een keertje zonder jas? Zomerjack of winterjas aan? De ene dag moet je een jas aan, de andere dag stap je nog met een trui naar buiten. Zo is het ook bij de studentencomplexen. Als het voor langere tijd koud of warm blijft, is de instelling van de verwarming niet zo moeilijk. Maar als de temperaturen flink schommelen, moet de installatie vaker worden aangepast.
Kun je er zelf nog iets aan doen?
Dat hangt af van de buitentemperatuur. In principe kun je zelf de temperatuur in je kamer instellen. Maar als het bijvoorbeeld in de herfst buiten nog 16℃ is en jij stelt de temperatuur in op 21℃, duurt het een tijdje om die 21℃ te halen, omdat het water in je leidingen nog niet tot de hoogste temperatuur wordt opgewarmd. Als het in de winter 0℃ is, is dat wel het geval en zit je dus sneller op 21℃. Als bij lage buitentemperatuur je verwarming niet snel genoeg wam wordt, is er meestal niets aan de hand en moet je even geduld hebben.
Verder kun je je binnentemperatuur aan je dagritme aanpassen. Bijvoorbeeld: je staat om 7.30 uur op en begint om 9.00 uur met je studiewerk achter je laptop. Je kunt dan de temperatuur om 7.30 uur instellen op 18-19℃ en om 9.00 uur op 21℃.
En als je uit de tropen komt?
Vooral studenten die uit heel warme landen komen, hebben soms moeite met de temperatuur in hun Nederlandse woning. Vroeger kon je in heel Nederland de verwarming gewoon op 25℃ zetten. Dat kan helaas niet meer. Niet met de huidige klimaatcrisis en niet met de hoge gasprijzen. Er zijn in Nederland veel mensen die tegenwoordig hun verwarming tussen de 17 en 19℃ instellen. De 21℃ in de DUWO-complexen is dus best een fijne temperatuur.
En dan nog wat tips voor duurzame warmte:
- Zorg dat je radiator niet is geblokkeerd
Bijvoorbeeld door een bank ertegenaan, gordijnen of een erboven gemonteerde plank. - Gordijnen dicht
Houd ’s avonds je gordijnen dicht, als ze tenminste niet voor je radiator hangen. Houdt de warmte binnen. - Ovendeur na gebruik open
Als je je oven hebt aan gehad, is het handig de ovendeur daarna open te zetten. Scheelt vaak zo een graad. - Ventileren
Het lijkt misschien een tegenstrijdig advies. Maar een goed geventileerde droge ruimte warmt veel en veel sneller op dan een waar vocht hangt. Vochtige lucht verwijder je door ventileren. - Beweeg
Snelle manier om jezelf op te warmen: beweeg tussen het stilzitten door. Zet je spieren aan het werk, dans, doe kniebuigingen, poets de keuken, loop trappen enz. Sowieso beter voor je gezondheid. - 19 graden
En als je dan toch bezig bent: zet je thermosstaat op 19 graden. Is een prima temperatuur als je in beweging bent. - Drink warme drankjes
Thee (gemberthee: superverwarmend), warme chocolademelk, bouillon, koffie enz. - Draag laagjes kleding
Meerdere lagen houden de warmte in je lichaam beter vast.