De afnemers van warmte uit het nieuw aan te leggen warmtenet (woningcorporaties Woonbron, Vidomes, Stedelink en DUWO) en de aanbieders van die warmte (warmtenetbeheerder NetVerder, warmteleverancier InWarmte en de warmtebron Geothermie Delft B.V.) hebben onlangs hun handtekeningen gezet onder verschillende overeenkomsten. De gemeente Delft was als initiatiefnemer steeds nauw betrokken bij dit proces.
6.000 huurwoningen
De betrokken partijen maakten afspraken over de aanleg en het gebruik van het warmtenet dat van warmte voorzien wordt door aardwarmte die geleverd wordt door een zogenaamde geothermiebron. Deze bron moet via het warmtenet gaan voorzien in betaalbare en duurzame warmte aan huurders van 6.000 huurwoningen van Delftse corporaties in Voorhof, Buitenhof en op de TU Delft Campus. Dit betreft ook een aantal grote studentencomplexen van DUWO, in totaal zo’n 4.000 kamers en woningen.
Betaalbaarheid voor huurders staat voorop
Het is de betrokken partijen gelukt om goede, heldere afspraken te maken over de prijs. Op het moment van aansluiten zal deze vergelijkbaar zijn met warmte gemaakt met aardgas. Daarna beweegt de prijs mee met de werkelijke kostenontwikkeling voor de productie en distributie van de warmte. De prijs van warmte ontwikkelt zich daardoor stabieler dan in de situatie gebaseerd op de gasprijs. Dit zijn harde voorwaarden voor de corporaties om deel te nemen aan de ontwikkeling van het warmtenet: de betaalbaarheid van warmte voor de huurder is steeds leidend geweest in de gemaakte afspraken.
Transparante samenwerking
De overeenkomsten zijn tot stand gekomen na een periode van intensieve samenwerking. In die samenwerking is steeds goed gekeken naar elkaars belangen en die van de huurder: huurders hebben betaalbare warmte nodig, de bedrijven die investeren willen hun investeringen op termijn terug kunnen verdienen. De samenwerking is gebaseerd op transparantie. Die transparantie heeft gezorgd voor onderling vertrouwen. Subsidies bleken echter ook essentieel om de aanleg mede mogelijk te maken. De genoemde partijen hebben afgesproken hun succesvolle samenwerking voort te zetten tijdens de realisatie- en exploitatiefase van het warmtenet.
Vervolgstappen
De volgende stap naar het realiseren van het warmtenet is het verkrijgen van de definitieve startvergunning van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) om aardwarmte te mogen gebruiken. Daarmee wordt duidelijk onder welke voorwaarden GTD de warmte uit de diepe aardlagen mag winnen en gebruiken. Vervolgens is er een onherroepelijke startvergunning van EZK nodig. In juni 2024 bepalen partijen of de aanleg van het warmtenet definitief kan doorgaan.
Toekomst
De koppeling van het warmtenet aan duurzame warmte uit de aardwarmtebron bij de TU Delft maakt dit warmtenet toekomstgericht. Het heeft voldoende capaciteit om op termijn nog veel meer woningen in Delft te voorzien van duurzame warmte. Daarnaast hopen we dat het samenspel van innovatie, duurzaamheid en betrokkenheid van de gemeenschap ook een bredere positieve impact zal hebben op de toekomst van energievoorziening. We zijn benieuwd of onze studenten erdoor geïnspireerd worden om met hun technische kennis nog meer slimme en innovatieve oplossingen te bedenken op weg naar een schonere, groenere en leefbare wereld voor toekomstige generaties.